Met onvaste tred bewoog hij zich voort door de donkere straatjes van het oude stadsgedeelte. De natte kasseien reflecteerden de oranje straatverlichting. Tijdens het voorbijlopen rechtte hij z’n rug, duidelijk beneveld en bewust van z’n dronken toestand. Iets verderop bleef hij wankelend staan. Hij draaide zich om en begroette in alle ernst Baloe, mijn trouwe viervoeter. Met dikke tong begon hij een praatje met ‘m. Over hoe mooi hij was en dat hij zo flink en braaf was. Ik werd volkomen genegeerd. Een verstikkende walm van geconsumeerd bier hing als een vuile deken rond ‘m. Hij ging helemaal op in zijn conversatie met de hond.
Medelijden overviel me… ’Ach’, zo suste ik mezelf: ‘je gaat weer in overdrive met je sentiment. Deze man heeft gewoon een leuke avond gehad. Wellicht wat te diep in het glas gekeken, maar verder niks aan de hand.
Waggelend vervolgde hij z’n weg. Toen ik me nog even omdraaide zag ik nog net hoe hij stond te wroeten aan het sleutelgat van een een klein eenvoudig huisje.
Er brandde geen licht.
Geef een reactie